Nederlanders die hun paspoort of rijbewijs kwijtraken, hoeven straks mogelijk alleen nog aangifte te doen bij de gemeente. Een proef daarmee in Amsterdam werpt z'n vruchten af. Staatssecretaris Ank Bijleveld (Binnenlandse Zaken) voelt er daarom voor die aanpak landelijk in te voeren.
Ze maakte dat gisteren duidelijk op een congres van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken. Mensen die hun identiteitsdocument verliezen, moet nu eerst naar het politiebureau om aangifte van vermissing te doen en vervolgens een nieuw document aanvragen bij de gemeente. Het scheelt veel administratieve rompslomp als ze alles bij de afdeling burgerzaken kunnen regelen. Pas als een ambtenaar vermoedt dat er misbruik in het spel is, wordt de politie erbij geroepen.
In de eerste twee maanden van dit jaar werden in Amsterdam ruim drieduizend reisdocumenten en rijbewijzen als gestolen of vermist opgegeven bij het gemeenteloket. De politie deed bij minder dan honderd mensen nader onderzoek. In circa twintig gevallen was er voldoende aanleiding om een diepgaander of strafrechtelijk onderzoek te beginnen. ,,In 97 procent van de vermissingen hoeft de burger dus niet meer langs twee loketten'', zei Bijleveld. De resultaten van het experiment bewijzen volgens haar de stelling dat de meeste burgers zijn te vertrouwen. Dat moet ook de filosofie zijn bij het maken van beleid en regels, meent ze. Zolang er niets aan de hand lijkt, is het volgens de staatssecretaris onnodig om mensen die hun identiteitspapieren verliezen een extra gang naar het politiebureau te laten maken en om de politie te belasten met het opmaken van een proces-verbaal. Bijleveld werkt ook aan een centraal meldpunt identiteitsfraude.
